top of page

Next checkt: ‘Bier is een goede dorstlesser’

Illustratie: NRC / Martien ter Veen

De aanleiding

Het is heet, je hebt een vrije dag en de zon schijnt. Wat doe je dan? Je ploft dorstig neer op het terras en bestelt een ijskoud biertje. Dat zal die droge mond van je goed doen. Want niets is zo goed tegen de dorst als een koud biertje, toch? Nee, stelde onderzoeker van de Radboud Universiteit Thijs Eijsvogels laatst, toen hij tegenover het ANP Nederlandse WK-fans in de Braziliaanse stadions afraadde om bier te drinken. „Ik kan me voorstellen dat er in het stadion veel zon en weinig wind is. Een vochtonttrekkende drank als bier is dan niet aan te raden.”


Houden onze zintuigen ons dan compleet voor de gek als we dorst hebben en op een hete dag trek in bier krijgen? We checken de stelling: bier is een goede dorstlesser.


Waar is het op gebaseerd?

Waarom beschouwen veel mensen bier als een dorstlessende drank? Dat hebben we vooral te danken aan wat slimme marketeers, stellen voedingexperts. Bier wordt vaak gepresenteerd als een lekker dorstlessend drankje. We zien zonnige stranden op de achtergrond van advertenties, dauwdruppeltjes op het flesje, wat sappige citroenschijfjes ernaast gelegd; het werkt allemaal op onze smaakpupillen.


Dit beaamt Reyn Jongenelen, ontwerper bij het designbureau dBOD, dat gespecialiseerd is in het design van bierverpakkingen. „Bij het nieuwe Heinekenblikje hebben we veel aluminium laten zien. Dat ziet er lekker koud en daarom dorstlessend uit, zelfs al pak je het blikje uit het ongekoelde schap van de supermarkt.”


En, klopt het?

Lest bier nou wel of niet de dorst? We vragen het verschillende voedingsexperts. Martijn Katan, hoogleraar Voedingsleer bij de Vrije Universiteit Amsterdam stelt dat er twee kanten aan deze vraag zitten. Eén: hoe voelt het? En twee: wat doet het? „Het voelt als een geweldige dorstlesser”, zegt Katan. „Daar hebben de bierbrouwers een wetenschap van gemaakt. Door bier precies de goede kleur, de juiste bitterheid en het perfecte aantal bubbeltjes te geven.”


Duidelijk, maar wat doet het? Bier bestaat voor negentig procent uit water en een beetje uit alcohol. Dat water lest de dorst, maar de alcohol zorgt voor het tegenovergestelde. Door alcohol wordt er in de hersenen namelijk minder van het hormoon vasopressine aangemaakt. Vasopressine houdt het waterverlies door de nieren in toom. Bij minder vasopressine moet je dus vaker plassen. Het zogenoemde diuretisch effect. „Het zet als het ware de kraan wat wijder open”, aldus Katan.


Bier lest dus de dorst, maar zorgt tegelijkertijd voor uitdroging.

Maar wil dat zeggen dat bier helemaal niet dorstlessend is? Volgens Aafje Sierksma, directeur van het Kennisinstituut Bier, is het moeilijk te zeggen hoe sterk dat diuretisch effect precies is. Er zijn maar weinig onderzoeken naar gedaan en die spreken elkaar tegen. Daarom begint er binnenkort een onderzoek aan de Wageningen Universiteit naar het vochtafdrijvende effect van verschillende alcoholhoudende dranken. „Door het koolzuur en de bittere smaak komt bier misschien dorstlessend over, maar om de vochtbalans van het lichaam te herstellen is bijvoorbeeld water of frisdrank toch beter”, zegt Sierksma.


Katan durft wel te stellen dat bier in zekere mate dorstlessend is. „Het waterafvoerend effect is niet zo groot als het wateraanvullend effect. Als je een halve liter bier drinkt, zul je er tenslotte niet gelijk een halve liter uit plassen. Mocht ik ooit in de woestijn belanden, dan heb ik dus liever een vat bier bij me, dan helemaal niets te drinken. Of het verstandig is om bij dorst alleen maar bier te drinken, dat is een andere vraag.”


Conclusie

Ja, bier lest de dorst, maar wel minder dan water of andere alcoholvrije dranken doen. De alcohol in het bier zorgt er namelijk voor dat je nieren sneller vocht afvoeren en je dus sneller uitdroogt. We beoordelen de stelling daarom als grotendeels onwaar.

bottom of page