top of page

Anne-Gine Goemans is in haar nieuwe roman Holy Trientje luchtig over kernwapens




Holy Trientje is de naam van de nieuwste roman van de Spaarndamse schrijver en journalist Anne-Gine Goemans (48). Over een 86-jarige non uit Heemstede met een activistische missie: het plegen van een overval op een depot met atoombommen. Vandaag komt hij uit.

Goemans drinkt een cappuccino op de vlonder achter haar huis aan de Spaarndammerdijk. Met wijds uitzicht over kabbelend water. Voor Holy Trientje reisde ze naar Japan, Amerika en de Marshalleilanden. "Als ik thuiskom denk ik altijd: 'Ja. Hier is het toch het fijnst en het mooist'", zegt ze. Ze woont er met haar man, onderzoeksjournalist John Schoorl en hun drie kinderen. En sinds kort ook hondje Frenkie: een zwerver uit Cyprus. Holy Trientje gaat over de non Trientje uit Heemstede. Goemans haar oudtante was een non in Heemstede. In het boek gaat Trientje met een klein groepje gelijkgestemden een geheime missie aan tegen atoomwapens. Onder andere met haar nichtje, Regina.

Ben jij Regina? "In het begin was dat wel zo. Maar gaandeweg het schrijven veranderde haar karakter. Regina gaat letterlijk over lijken, dat zou ik nooit doen. Trientje daarentegen is wel echt gebaseerd op mijn oudtante: een goedgelovige non met een groot hart. In het boek raakt zij diep geïnspireerd door Megan Rice: een non uit Amerika die het grootste nucleaire complex ter wereld wist binnen te dringen in 2012. Ze was toen 82. Bizar hè? Zo heldhaftig en naïef tegelijk. Toen ik erover las dacht ik: dít is mijn inspiratie. Op de bonnefooi zocht ik haar op in het zusterhuis in Washington. Ze woont daar met vier andere nonnen."

Op de bonnefooi? "Ja. dat is wel een beetje mijn werkwijze. Het komt altijd wel goed. Daarbij reageerde Megan vooraf niet op mijn mails. Logisch wel, ze kwam net uit de gevangenis, had vast wat anders aan haar hoofd. Toen ik aankwam werd ik warm ontvangen en heb ik een weekje bij haar thuis gewoond. Ik wilde van haar weten of ik haar verhaal mocht gebruiken, maar kreeg de tijd haar te leren kennen. Trientje is een mengelmoes van Megan Rice, mijn tante en eigenschappen die ik zelf toevoegde." Zelf voerde Goemans actie tegen de uitbreiding van Schiphol en een bungalowpark dat op een stuk groen in Spaarndam gebouwd zou worden.

Is het dat activisme in jou waardoor je over kernwapens wilde schrijven? "Misschien wel. Na tien jaar ben ik nogal afgeknapt op het harde actievoeren. Ik kreeg te maken met ambitieloze ambtenaren, langzame procedures en ingewikkelde besluitvorming. Daar had ik geen zin in. Schrijven is deels mijn manier van actievoeren geworden. In mijn boeken wil ik mensen op een luchtige, vermakelijke manier kennis laten maken met serieuze en actuele onderwerpen." "Bij mijn vorige roman, Honolulu King (over de geschiedenis van Nederlands-Indië en de Indonesische gemeenschap in Nederland) vroegen mensen wel eens: durf jij als ultieme Hollander daar over te schrijven? Nou, ja dus. Ik werkte in toko's, sprak tientallen mensen. Voor ieder boek doe ik vier jaar intensieve research, ook nu weer. Holy Trientje is opgebouwd uit twee delen. In het eerste deel leer je in vier hoofdstukken de hoofdpersonen kennen. Een van de actievoerders is een Japanner en een ander komt van de Marshalleilanden. Beiden landen hebben een geschiedenis rondom kernwapens en kernenergie. Om die karakters te kunnen vormen ben ik naar beide landen afgereisd."

Hoe was het daar? "Verschrikkelijk. Ik was in Fukushima waar in 2011 door een aardbeving een ramp bij een kerncentrale plaatsvond. In de media wordt veelal gesteld dat de schade 'wel meeviel': er vielen geen directe doden. Maar ik ben - met vergunning en geigerteller - in dorpen rondom die kerncentrale geweest en het is een nachtmerrie. Honderdduizend mensen werden geëvacueerd. Er zijn spookdorpen waar de stoplichten nog werken maar geen ziel op straat is. Het landschap is verpest. Een gebied zo groot als België moest worden 'schoongemaakt': tien centimeter van de grond werd afgegraven. Overal liggen 'piramides' van plastic zakken met radioactieve aarde en puin omdat de regering niet weet wat ze ermee aan moet. Geloof me, het valt echt niet mee.'' "Hetzelfde geld voor de Marshalleilanden, midden in de Stille Oceaan. De Amerikanen hebben daar na de Tweede Wereldoorlog gedurende twaalf jaar 67 kernproeven gehouden. Niemand die zich om de primitieve bevolking op die eilandjes bekommerde. De laatste kernproef werd in 1958 gehouden, maar nog steeds worden er kinderen geboren met vreemde afwijkingen. Met een verlengd staartbeen of zonder oogballen. Radioactieve straling tast het DNA aan, dat gaat van generatie op generatie.''

Het thema van het boek is bloedserieus. Maar je manier van schrijven eigenlijk best luchtig en komisch?

"Precies zoals ik zelf ben. Serieus, maar luchtig. Ik vind dat er meer over dit onderwerp gepraat moet worden zonder dat het direct loodzwaar wordt. Daar komen geen oplossingen van. Iemand zei eens: 'Ik moet om je boek lachen? Is dat oké?' Juist goed. Je moet het mensen niet aandoen ze op te zadelen met saaie feiten en doem-scenario's. Ik wil met mijn boeken mensen vermaken én ze iets over serieuze thema's bijbrengen."

Je schrijft ook voor kranten. Voel je je schrijver of journalist? "De combinatie is ideaal. De reizen die ik maak voor mijn roman bekostig ik door er artikelen voor kranten en tijdschriften over te schrijven. Het verschil tussen de twee rollen is interessant. Als ik ergens als journalist heen ga, kom ik met een vol notitieboekje terug. Als ik voor mijn boek ga, met een lege bladzijde. Het gaat dan veel meer om de sfeer en het gevoel.''

,,Door de journalistiek ben ik per ongeluk boeken gaan schrijven. Een verhaal dat ik maakte over de bollenstreek was te lang voor de Volkskrant. Ik stelde voor er een journalistiek boek van te maken bij uitgeverij De Geus. Dat vonden ze niks: 'Schrijf maar een roman', zei die man. Leuk idee, vond ik. Ik had twee jonge kinderen en verveelde me 's avonds. Nu kon ik lekker schrijven zonder verdere ambitie. Tot ik met dat boek, Ziekzoekers, ineens de Anton Wachterprijs won. De vrijheid van romans schrijven is fijn: personages zeggen en doen wat jij wil. En ik kan mijn journalistieke ei er in kwijt. Als iemand zegt: 'Goh, dat wist ik niet van de Marshalleilanden', heb ik mijn doel bereikt. Ik wil zaadjes planten.''

bottom of page